Net voor het jaareinde, werd op 6 december 2024 de nieuwe Wet Private Opsporing (WPO) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze wet trad in…
Lees meer
Nieuw wetsvoorstel ter bescherming van werknemers die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan.
De commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen van het Belgische Parlement heeft op 5 februari 2024 een wetsvoorstel goedgekeurd om betere bescherming te bieden aan werknemers die vruchtbaarheidsbehandelingen ondergaan.
Dit betekent dat – in het geval dit wetsvoorstel wordt aangenomen – werkgevers zich bewust zullen moeten zijn van de specifieke bescherming die zal gelden voor dergelijke werknemers alsook nieuwe werkgeversverplichtingen bij hun terugkeer na dergelijke behandelingen.
Met dit wetsvoorstel,(ingediend door mevrouw Fonck, Les Engangés) beoogt de Belgische wetgever een betere toegang tot vruchtbaarheidsbehandelingen te waarborgen door enkele van de mogelijke negatieve gevolgen aan te pakken waarmee werknemers op het werk te maken kunnen krijgen vanwege deze behandeling.
- Huidige wetgeving
Volgens de huidige wetgeving zijn zwangere werknemers beschermd tegen ontslag vanaf het moment dat hun werkgever op de hoogte is van hun zwangerschap, tot één maand na het einde van hun postnatale moederschapsverlof.
Echter, deze bescherming geldt niet voor werknemers die vruchtbaarheidsbehandelingen ondergaan of die gebruik maken van medisch geassisteerde voortplantingsbehandelingen. het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft immers geoordeeld dat de bescherming niet van toepassing is zolang de in-vitro bevruchte eicellen nog niet in de baarmoeder zijn overgebracht (HvJEU, 26 februari 2008, C-506/06 (Mayr), §42).
Op basis van de huidige regelgeving zouden werknemers mogelijks de bescherming tegen discriminatie op grond van geslacht kunnen inroepen indien zij negatieve gevolgen zouden ondervinden op vlak van een wijziging van hun arbeidsvoorwaarden of zelf een beëindiging van hun arbeidsovereenkomst om redenen die verband houden met de vruchtbaarheidsbehandelingen of medisch geassisteerde voortplantingsprocedures die zij ondergaan.
In een dergelijk geval zouden werknemers mogelijks gerechtigd zijn op een forfaitaire beschermingsvergoeding gelijk aan 6 maanden brutoloon gecumuleerd met een opzeggingsvergoeding (in het geval van een onrechtmatige beëindiging van hun arbeidsovereenkomst).
B. Nieuwe beschermingsgrond middels het wetsontwerp
- Ontslagbescherming
De nieuwe ontslagbescherming bestaat erin dat de werkgever de arbeidsovereenkomst van de werknemer niet mag beëindigen om redenen die verband houden met de vruchtbaarheidsbehandeling.
Werknemers zullen beschermd zijn tegen dergelijk ontslag gedurende een (verlengbare) periode van 2 maanden vanaf de datum waarop hun werkgever op de hoogte is gesteld van de vruchtbaarheidsbehandeling door middel van een medisch getuigschrift. Als de behandeling langer dan 2 maanden duurt, moet de werknemer een nieuw medisch getuigschrift indienen om een nieuwe periode van 2 maanden bescherming te starten (er is geen limiet aan het aantal beschermingsperioden).
Ontslagen blijven echter wel toegestaan om andere redenen, maar de werkgever zal moeten aantonen dat deze geen verband houden met de vruchtbaarheidsbehandeling.
Bij schending van deze bescherming tegen ontslag zal de werkgever verplicht zijn een forfaitaire vergoeding te betalen gelijk aan 6 maanden brutoloon, onverminderd de vergoedingen die aan de werknemer zijn verschuldigd in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst
2. Werkgeversverplichtingen bij terugkeer
Daarnaast bevat het wetsvoorstel aanpassingen van de Antidiscriminatiewet om mogelijke nadelige gevolgen voor werknemers die verband houden met hun afwezigheid als gevolg van vruchtbaarheidsbehandelingen te voorkomen:
(i) de werkgever zal verplicht worden de werknemer in dezelfde of een gelijkwaardige functie te laten werken bij zijn/haar terugkeer op het werk na de vruchtbaarheidsbehandeling;
(ii) de werknemer zal het recht hebben om te profiteren van eventuele verbeteringen in arbeidsvoorwaarden waar hij/zij recht op zou hebben gehad tijdens zijn/haar afwezigheid in verband met de vruchtbaarheidsbehandeling;
(iii) de werknemer zal recht hebben op alle rechten die zijn verworven (of in het proces daarvan) aan het begin van zijn/haar afwezigheid in verband met de vruchtbaarheidsbehandeling (bijv. als het regime van de werktijd wordt verminderd tijdens de afwezigheid, zal de werknemer recht hebben op zijn/haar oorspronkelijke regime aan het einde van de afwezigheid).
Bron: Wetsvoorstel tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971 en van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen en tot instelling van een bescherming voor de werkneemsters en de werknemers die met het oog op het diagnosticeren en het behandelen van onvruchtbaarheid van het werk afwezig zijn.